Soms merken we dat er een aantal dingen niet goed lopen in het dagelijkse leven. Het kan zijn dat je meer moeite hebt om jezelf aan te passen, dat het op school niet goed lukt om je te concentreren, ...
Een deel van het antwoord van wat er kan bereikt worden met psychotherapie, zit vervat binnen het weten waar bepaalde gedragingen, gedachten en gevoelens vandaan komen. Om dit in kaart te brengen kan een psychodiagnostisch proces zinvol zijn.
Valkuilen binnen het psychodiagnostisch proces
Een correcte psychodiagnostiek uitvoeren is een proces. Binnen de psychologie en psychiatrie is het onmogelijk om een diagnose van de éne op de andere dag te stellen. De implicaties en gevolgen van een verkeerde diagnose, kunnen immens zijn. Daarom kiezen we ervoor om een grondige analyse
Oplossingsgericht werken
Diagnostiek om de diagnostiek heeft geen zin. Een diagnose stellen kan enkel zinvol zijn als we op zoek zijn naar bepaalde oplossingen voor zaken die moeilijk lopen in het leven.
Bij het diagnostisch proces is een intakefase altijd de eerste stap. Binnen de intakefase, gaat de psycholoog met jou bekijken wat er op dit moment niet goed loopt in je leven. Deden deze moeilijkheden zich al eerder voor? Wanneer zijn de problemen gestart? Waren er op dat moment andere zaken in je leven die hiermee samenhangen? Hoe zijn de problemen geëvolueerd tot op heden? Welke impact hebben ze op het dagelijks functioneren en welke invloed oefenen ze uit op de omgeving? Zijn er nog andere zaken die niet goed lopen? Wat heb je al geprobeerd tot hiertoe? Wat zijn mogelijke oplossingen en coping strategieën? Wat loopt er wel goed? Wat zou je graag willen bereiken. Wat zijn je verwachtingen, …
Al deze vragen kunnen besproken worden binnen de intakefase. De intakefase kan bestaan uit één of meerdere gesprekken, afhankelijk van je noden en je verhaal.
Als we antwoord krijgen op bovenstaande vragen, en we hebben een idee van de moeilijkheden en willen meer informatie krijgen hierover, dan kan het diagnostisch proces opgestart worden.
Een diagnostische fase kan bestaan uit het afnemen van testen of testbatterijen, een intelligentie-onderzoek, een onderzoek naar het cognitief functioneren, een diagnostisch interview, een interview met de ouders, het invullen van een vragenlijst, …
Vaak geldt hoe complexer de diagnose, hoe meer stappen er nodig zijn om te komen tot een correctie diagnostiek. In de submenu kan je meer informatie terugvinden, over het diagnostisch proces bij verschillende problematieken.
Het doel van het stellen van een diagnose, is kijken welke oplossingen of handvaten kunnen werken voor jou. De uiteindelijke doelstelling is bekijken wat werkt in jouw specifiek geval. Een diagnose op zich biedt niet hét antwoord of dé oplossing, psychotherapie kan wel helpen om mogelijke antwoorden, oplossingen of copingstrategieën die voor jou werken, te ontdekken.
Comorbiditeit
De huidige manier van diagnosticeren binnen de psychologie en psychiatrie is niet perfect. Sommige mensen ondervinden problemen en moeilijkheden, en krijgen op een gegeven moment in hun leven een diagnose toegekend. Het is een illusie om te geloven dat één diagnose onze problemen kan samenvatten, op die manier ontkent men de complexiteit van de menselijke psyche. In de praktijk observeren we bijgevolg dat 35% van de volwassenen tussen de 18 en 65 jaar oud, gedurende hun levensloop meer dan één psychiatrische diagnose toegekend krijgt. Het principe dat men meer dan één diagnose toegekend krijgt, wordt binnen de geneeskunde comorbiditeit genoemd.
Comorbiditeit is eerder een falen van het diagnostisch classificatiesysteem. Psychische problemen zijn complex en hangen samen met elkaar. Een psychisch probleem staat niet op zich, maar ontstaat vaak in interactie met de omgeving. Daarom dat psychodiagnostiek een complex gegeven is.
De focus bij Praktijk Psycha ligt eerder op wat het betekent voor jou om bepaalde moeilijkheden in je leven te ervaren. Een diagnose kan je voor een deel vastleggen, kan stigmatiserend werken, terwijl het uiteindelijk belangrijk is om te ontdekken wat de mogelijkheden voor jou zijn, gegeven een bepaalde problematiek.
Neurochemisch vs. Psychologisch
Een misvatting is dat een aandoening die neurologisch of neurochemisch is, “echt” zou zijn, en een aandoening die psychologisch is, niet. Voor de geestelijke gezondheidszorg geldt nog steeds het stigma, dat “de ziekte maar in je hoofd zou zitten”, terwijl dit natuurlijk niet zo is.
De geneeskunde, de psychiatrie en de psychologie zijn erg complexe disciplines. Sommige medische problemen zijn eenvoudig te verhelpen, maar anderen zijn veel complexer. Er is een wisselwerking tussen het fysiologische en het psychologische en daarnaast zijn we onderworpen aan invloeden vanuit de omgeving.
Zo zien we dat stress bijvoorbeeld kan zorgen voor fysiologische klachten zoals o.a. rugpijn en hartkloppingen. Deze rugpijn is “echt” en als we de oorzaak kennen, bijvoorbeeld “stress”, dan kunnen we hiermee aan de slag.
Beschrijvende vs. Verklarende diagnostiek
Een beschrijvende diagnostiek beschrijft een aantal kenmerken of symptomen en zet ze onder één noemer. Een verklarende diagnose biedt een verklaring voor waarom een aantal symptomen voorkomen en zegt iets over de oorzaak.
Momenteel staat de wetenschap nog niet zover dat we van elke aandoening de oorzaak weten. Belangrijker dan te weten waar een aantal symptomen vandaan komen, is te weten hoe we er best mee omgaan en welke unieke aanpak het beste werkt.
Faire diagnostiek
Faire diagnostiek houdt in dat ongeacht je afkomst, de testresultaten representatief zouden moeten zijn voor het te meten construct. In realiteit weten we dat dit vaak niet het geval is. Een lage testscore kan effectief wijzen op hetgeen de test tracht te meten, maar een lage testscore kan ook een oorzaak hebben van een andere aard. Als psychodiagnosticus is het nodig om hier oog voor te hebben, en om de context telkens in rekening te brengen.
Context en interactie
Psychische klachten of problemen staan niet op zich, maar ontstaan in interactie met de omgeving. Daarom wordt er binnen het psychodiagnostisch proces gekeken naar de familiale en ruimer socio-economische context.
Daarnaast hebben psychologische klachten zoals o.a. depressieve gevoelens, vaak iets te maken met het particuliere leven van de cliënt. Als er een aantal dingen niet goed lopen in je leven, kan dit invloed hebben op je psychisch functioneren, je gedachten, je emoties, je gedrag.
Binnen psychotherapie is het de bedoeling om de kaart van ons psychisch functioneren voor een deel bloot te leggen. We worden ons meer bewust, van waarom we bepaalde dingen doen, denken en voelen en kunnen vandaaruit opzoek naar handvaten en een goede coping.
Iedere cliënt is uniek
Een diagnose kan ons helpen om beter te begrijpen wat er aan de hand is. We kunnen steun vinden bij personen die soortgelijke moeilijkheden ervaren. Toch zal een psychodiagnose, niet hét antwoord en dé oplossing bieden waar we naar op zoek zijn.
Een diagnose kan beschrijvend of verklarend werken, maar daarnaast ook stigmatiserend. Een diagnose kan ons vastzetten en een imaginaire barrière creëren.
De vraag die we telkens kunnen stellen, is wat een psychodiagnose kan betekenen in het particuliere leven van een cliënt.
Welke rol kan een psycholoog opnemen binnen een psychodiagnostisch proces
Klinisch psychologen beoefenen een autonoom gezondheidszorgberoep dat gericht is op preventie, onderzoeken en/of opsporen en/of het stellen van een psychodiagnose en/of het psychologisch behandelen of begeleiden van een persoon.
Psychologen kunnen gespecialiseerd zijn in het afnemen van psychodiagnostische testbatterijen naar ontwikkelings- en psychische stoornissen.
Daarnaast kunnen zij cliënten voorzien van psycho-educatie, psychologische begeleiding en psychotherapie.
Voor kinderen en jongeren kunnen zij samen met scholen en het CLB bekijken welk ondersteuningstraject en sticordi maatregelen zinvol zijn.
Bij het psychodiagnostisch proces komt heel wat meer kijken dan enkel het psychologisch luik. Zo is het medisch/psychiatrisch aspect van ontwikkelings- en psychische stoornissen zinvol om verder in kaart te brengen.